Hoe voer je moeilijke gesprekken in het onderwijs?

Op scholen en universiteiten in Nederland spelen tal van actuele en vaak gevoelige thema’s. Leerlingen en studenten maken opmerkingen over Gaza in de klas, waardoor spanningen kunnen ontstaan tussen leerlingen met verschillende achtergronden. De recente discussie over Lisa (feminicide) en maatschappelijke thema’s zoals LHBTIQ+ of een nieuw AZC in de wijk kunnen de gemoederen eveneens flink doen oplaaien.

Voor docenten en mentoren kan het ingewikkeld zijn om zulke gesprekken goed te begeleiden. Dit blog beschrijft een benadering waarbij de gespreksleider het gesprek op neutrale en onpartijdige wijze begeleidt, met behulp van vier waarnemingsposities. Deze methodiek biedt geen garantie op vlekkeloze gesprekken, maar geeft wél houvast en structuur.

Het leren voeren van moeilijke gesprekken kost tijd

Niet iedere leerling of student is direct in staat om een respectvol groepsgesprek te voeren. Emoties kunnen de boventoon voeren en soms is het beter een gesprek tijdelijk te stoppen. Toch is het belangrijk vol te houden: moreel redeneren en perspectief nemen zijn vaardigheden die zich geleidelijk ontwikkelen.

Uit onderzoek naar hersenontwikkeling blijkt dat jongeren in de adolescentie hun prefrontale cortex (voor plannen, reguleren en reflecteren) nog volop aan het ontwikkelen zijn (Crone, 2018). Dat betekent dat zij het ene moment heel volwassen kunnen reageren, en het andere moment juist niet. Het druppeleffect – steeds opnieuw oefenen en kleine stapjes maken – helpt leerlingen om zich langzaam maar zeker te bekwamen in het voeren van moeilijke gesprekken.

De vier waarnemingsposities bij moeilijke gesprekken

moeilijke-gesprekken-onderwijs

De waarnemingsposities zijn oorspronkelijk ontwikkeld door Richard Bandler en John Grinder (1981), grondleggers van NLP. Zij onderscheiden drie perspectieven: zelf (1e positie), ander (2e positie) en meta (3e positie). Later is daar in systemisch werk een vierde positie aan toegevoegd: het bredere systeem of speelveld waarin mensen en groepen zich bevinden (Hellinger, 1999; Bakker, 2014).

1e positie – Zelf (ik)

Wat raakt mij in wat er gezegd wordt?
Kan ik dit benoemen zonder partij te kiezen?
Hoe blijf ik professioneel en rustig?

2e positie – Ander (jij)

Kun je uitleggen wat je bedoelt?
Wat is voor jou belangrijk hierin?
Heb ik je goed begrepen als ik zeg dat … ?

3e positie – Meta (helicopterview)

Wat gebeurt er nu in dit gesprek?
Hebben we nog een open gesprek of staan we tegenover elkaar?
Wat helpt ons om dit veilig te bespreken?

4e positie – Systeem (grotere context)

Welke rol speelt de actualiteit hierin?
Overzien we het hele speelveld? Spelen er grotere machten?
Hoeveel invloed hebben wij hier eigenlijk op?
Wat betekent dit onderwerp voor onze klas/groep/samenleving, los van ons persoonlijk?

Voorbeelden: ´Gaza in de klas´ of ´Feminicide´ of ´Genderdiversiteit´

Een leerling zegt bijvoorbeeld:

“De media liegen, Israël is de enige die gelijk heeft.”

“Lisa had nooit alleen mogen fietsen.”

“Homoseksualiteit is vies.”

Zelf (1e positie):

“Dit onderwerp roept bij mij spanning op. Ik wil dat we er respectvol over spreken. Met respectvol bedoel ik: ieder standpunt mag gedeeld worden, maar zonder oordeel.”

Ander (2e positie):

Leerlingen krijgen de opdracht eerst te verwoorden wat de ander bedoelde, voordat ze hun eigen standpunt herhalen. Dit voorkomt dat leerlingen zich enkel tegengesproken voelen en vergroot het gevoel van gehoord worden.

Meta (3e positie):

De docent vraagt: “Wat gebeurt er nu in dit gesprek? Voelen jullie dat er ruimte is om elkaar écht te begrijpen?”
Zo ontstaat reflectie op hóe er wordt gesproken, en niet alleen op de inhoud.

Systeem (4e positie):

“Dit gesprek gaat ook over een thema (bijv. een oorlog) dat wereldwijd veel emoties oproept. Wij kunnen dit conflict of probleem niet oplossen, maar we kunnen hier wel oefenen in luisteren en begrip tonen.”

Wil je meer weten over waarnemingsposities? Bekijk ons kennisbankartikel: Wat zijn waarnemingsposities?

Voordelen methodisch werken bij lastige gesprekken

Het werken met de vier waarnemingsposities is niet alleen een praktische manier om gesprekken te structureren, maar levert ook duidelijke voordelen op voor iedereen die deelneemt. Door bewust van positie te wisselen, ontstaan nieuwe invalshoeken die het gesprek verdiepen en de kwaliteit ervan vergroten.

  • Door een andere positie in te nemen, krijgen leerlingen of studenten een nieuw perspectief op situaties. Dit kan leiden tot verrassende inzichten en creatieve oplossingen.
  • Het bevordert conflictbeheersing, omdat deelnemers leren zich in de ander te verplaatsen en diens standpunt beter te begrijpen.
  • Het stimuleert objectieve zelfreflectie: deelnemers zien hun eigen rol in een situatie helderder en kunnen daar bewuster mee omgaan.
  • Het helpt om het bredere speelveld te overzien, waardoor de samenhang tussen individuele standpunten en de grotere context duidelijker wordt.

Tips voor de gespreksleider bij moeilijke onderwerpen

  1. Geef iedereen ruimte – Zorg dat iedere stem gehoord wordt en voorkom dat één persoon het gesprek domineert.
  2. Sluit aan bij de doelgroep – Pas je taalgebruik aan; abstracte termen als ethische kwesties kun je beter vertalen naar moeilijke onderwerpen of gevoelige thema’s.
  3. Normaliseer emoties – Spanning, verdriet of boosheid mogen er zijn, maar laat ze het gesprek niet overnemen.
  4. Blijf neutraal en onpartijdig – Als docent of gespreksleider ben je begeleider, geen partij in de discussie.
  5. Investeer in mediatorvaardigheden – oefen in technieken als samenvatten, oordeelloos doorvragen en het bewaken van de gespreksstructuur.

Conclusie: Hoe voer je moeilijke gesprekken in het onderwijs?

Moeilijke gesprekken in de klas zijn niet makkelijk, maar juist daar ligt een enorme kans voor groei. Door leerlingen vanuit de vier waarnemingsposities te leren kijken, ontstaat er ruimte voor zelfreflectie, empathie en gezamenlijk leren. Daarmee oefenen leerlingen niet alleen in luisteren en praten, maar ook in democratisch samenleven. Zoals Rosenberg (2006) in het boek Geweldloze communicatie stelt: “Het gaat er niet om dat we het altijd met elkaar eens zijn, maar dat we elkaar leren horen.”

Bent u op zoek naar een training voor het voeren van moeilijke gesprekken in het onderwijs?

Wil je als docent of schoolteam beter toegerust zijn in het voeren van moeilijke gesprekken? Wij bieden trainingen waarin we met docenten, mentoren en conciërges oefenen met de vier waarnemingsposities, praktische gespreks- en mediationvaardigheden en het begeleiden van lastige thema’s. Bekijk hier de training: Omgaan met agressie in het onderwijs

Let op!

Door een technisch probleem ondervonden we de afgelopen periode problemen met onze formulieren. Daardoor is een deel niet verzonden. Heb je een informatieverzoek gedaan maar geen reactie gekregen? Vul nogmaals het formulier in of neem direct contact met ons op via info@agressiemanagement.nl of 020 – 44 11 370. 

Onze excuses voor het ongemak!